[Let op: Spelling en uitleg uit 1920] titulair gezant- of legaatschap. Senatoren, die om persoonlijke redenen eene reis wilden doen, ontvingen dikwijls van den rom. senaat den titel van
legatus, die hun al de voordelen en eerbewijzen bezorgde, waarop een werkelijk gezant van den senaat aanspraak had, o.a. vrij vervo...
Gevonden op
https://gutenberg.org/cache/epub/34955/pg34955-images.phpl
Geen exacte overeenkomst gevonden.